Elk land heeft een staatsschuld of overheidsschuld. Dit is het totaalbedrag aan schulden dat een staat heeft uitstaan. Door de coronacrisis is deze voor alle landen fors opgelopen. Dit geldt ook voor Nederland. Hoe worden deze schulden straks terugbetaald? Is er reden tot zorg?
Wat is een normale staatsschuld?
Het hebben van een staatsschuld is gebruikelijk en wordt door alle economen geaccepteerd. Niet te verwarren met het begrotingstekort (jaarlijks verschil inkomsten/uitgaven van de betreffende staat) en financieringstekort (het begrotingstekort vermeerderd met aflossingen door de staat). De hoogte van de verschillende staatsschulden baart menig econoom wel zorgen. Vergelijk het met een bedrijf. Een ‘normale’ schuld op de balans is prima. Het geleende geld kan worden gebruikt voor investeringen. Deze investeringen leveren rendement op (hoger dan de te betalen rente) waarmee de lening voor de investeringen kan worden terugbetaald. Naast de lening dient er wel een buffer te zijn, voor als het een keertje tegenzit. Bij een (te) hoog krediet, met bijbehorende rentelast, kan een tegenvaller voor grote problemen zorgen. Zeker als de rentelasten snel hoger worden.
Terug naar de staatschuld: wat is acceptabel? Is daar een eenduidig antwoord op? De meningen van de verschillende economen zijn hierover verdeeld. De ‘voorzichtige’ economen vinden een percentage van 60% van het bbp (bruto binnenlands product) acceptabel. (Dit percentage is in 1997 door de EU-lidstaten afgesproken in het Europese Stabiliteits- en Groeipact.) Andere economen menen dat een percentage van 100% van het bbp, of zelfs hoger, ook verantwoord is. Veroorzaakt door de coronacrisis is tijdens de eerste extra omvangrijke financiële uitgaven door de ministers van Financiën van de EU-landen afgesproken tijdelijk van de 60% norm af te stappen. De andere afspraak, dat het tekort niet groter mag zijn dan 3% van het bbp, is eveneens tijdelijk aan de kant geschoven.
Staatsschulden van alle landen fors gestegen
Met name door de enorme uitgaven die zijn gedaan om de gevolgen van de coronacrisis te beperken, hebben nagenoeg alle landen nu een fors opgelopen staatsschuld in 2020 en 2021. Was in Nederland de staatsschuld eind 2019 nog circa 400 miljard euro (49% van het bbp), bedraagt de prognose voor eind 2021 meer dan 500 miljard euro (meer dan 60% van het bbp).
Het Nederlands huishoudboekje is echter geen reden tot zorg en ziet er verantwoord uit. ‘Onze’ staatsschuld is nog steeds relatief laag. Gemiddeld is de staatsschuld van de eurolanden gegroeid tot circa 100% van het bbp. Veel landen, met name Zuid-Europese landen, staan er een stuk minder goed voor. Griekenland en Italië hebben de hoogste schulden. Voor veel beleggers is vooral de staatsschuld van Amerika (als grootste economie) al jaren een bron van zorg. Vóór de coronacrisis leek het al een probleem, maar door alle extra uitgaven is de staatsschuld gestegen tot 28,5 biljoen dollar. Hiermee komt de staatsschuld ver boven de 100% uit van het bbp.
Kiezen tussen twee kwaden
Voor alle regeringen is het verhogen van de schulden ‘kiezen tussen twee kwaden’. De staatsschuld niet laten oplopen (en dus geen geld uitgeven aan extra medische zorg, vaccinaties en ondersteuning van bedrijven) zal onvermijdelijk leiden tot substantieel meer medische problemen en het failliet gaan van veel bedrijven in de sectoren die het hardst geraakt worden. Terwijl extra geld vrijmaken tijdens deze crisis uiteindelijk zal leiden tot een – zowel medisch als financieel – gezondere samenleving. Simpelweg zouden we kunnen stellen dat de overheden op dit moment geen andere keuze hebben dan de staatsschulden verder te laten oplopen.
Hoe worden al die schulden terugbetaald?
Ten eerste leven wij op dit moment in een wereld van lage rente. Dit is zo gestuurd door de Centrale Banken. Voor de Europese Centrale Bank (ECB) is er geen reden de korte rente te verhogen zolang de inflatie niet de kop opsteekt. De lange rente is al geruime tijd laag door de opkoopprogramma’s van de Centrale Banken. Het behoeft geen betoog dat een lage rente gunstig is als de staatsschulden hoog zijn. Alle extra geplaatste staatsleningen zijn tegen zeer lage of zelfs negatieve rente gefinancierd. Daarbij worden oude leningen die moeten worden afgelost, tegen veel lagere rentes geherfinancierd.
Daarnaast wordt er voor 2021 en de komende jaren een fors herstel van de economische groei verwacht. Inflatie ligt dan vaak op de loer. Wanneer de inflatie onverhoopt te ver doorschiet, zullen de centrale banken deze afremmen door bijvoorbeeld de rente te verhogen. Vooralsnog hopen we dat de recente vrij forse stijging van de inflatie tijdelijk is. En anders kan een eventuele rentestijging onverwacht snel in beeld komen. Laten we hopen dat het financieringstekort in dat geval toch snel teruggedrongen kan worden door versnelling van de economische groei en hogere belastinginkomsten.
Tot slot wordt er binnen gemeenten en de landelijke overheid volop gediscussieerd over hogere belastingen om de gestegen schulden af te kunnen betalen. Zoals zo vaak in de economie heeft dit uiteraard ook neveneffecten. Meer belastingbetaling leidt weer tot minder consumptieve uitgaven, wat weer leidt tot lagere opbrengsten uit accijnzen en btw.
Conclusie
Het is voor alle landen ontzettend lastig om goed door de coronacrisis te komen. Het beleid van de overheden wordt door uiteenlopende groepen zowel gesteund als gewantrouwd. Wij vertrouwen erop dat de financiële autoriteiten (overheden en centrale banken) de juiste keuzes weten te maken. Keuzes die uiteindelijk zullen leiden tot een sterkere toekomst.
Heeft u vragen?
Mocht u met een van onze adviseurs van gedachten willen wisselen over dit onderwerp of over de onderwerpen in onze andere blogs? Neem dan gerust contact met ons op. Wij staan u graag te woord.